Sinds dit schooljaar is reguliere Nutsbasisschool de Ganzebloem een uitwisselingsprogramma gestart met de Van der Puttschool, een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) in Geldrop. Harold Jacobs en Caren van Gerwen, respectievelijk directeur en leerkracht bij Nutsbasisschool de Ganzebloem zijn enorm enthousiast.

‘Passend Onderwijs betekent dat we als reguliere school goed onderwijs moeten kunnen bieden aan alle leerlingen. Dus ook aan leerlingen die extra zorg en aandacht nodig hebben’, aldus Harold. ‘En waar kan ik die expertise nou beter halen dan bij mijn collega’s van het SBO om de hoek?’ Voor Caren heeft de uitwisseling met het SBO heel veel opgeleverd: ‘Ik merk dat iedere dag opnieuw in mijn klas.’

De professionals zitten bij de scholen

Samen met twee andere basisscholen en een kinderopvang maakt Nutsbasisschool de Ganzebloem deel uit van Stichting Nut Geldrop. Ivon de Wilde, voorzitter van het College van Bestuur van de Stichting: ‘Je kunt Passend Onderwijs zien als een bedreiging maar ook als een kans. Het grote voordeel van SWV Helmond-Peelland is dat de middelen direct naar de besturen van de scholen gaan. Ik beslis als bestuurder hoe ik de middelen verdeel. Een deel van het geld sluis ik meteen door naar de scholen, daar zitten de professionals die heel goed weten hoe zij dit het beste kunnen inzetten.’ Harold: ‘Het feit dat Ivon ons de ruimte geeft, is natuurlijk fantastisch.’

Ga het gesprek aan

Caren geeft les in de onderbouw en heeft van haar collega in het SBO vooral geleerd om naar de kwaliteiten van kinderen te kijken. ‘Ik ben gedurende ruim drie maanden begeleid door een leerkracht van het SBO, onder andere via SVIB (video-interactiebegeleiding). Zij heeft mij op veel gebieden de ogen geopend. Zij leerde me om bijvoorbeeld echt met kinderen in gesprek te gaan. Om te vragen: wat vind je hiervan en waarom vind je dat? Hoe zou jij dit oplossen of wat stel jij voor? Door kinderen oprecht te betrekken bij mijn les en hun daadwerkelijk verantwoordelijk te maken, is er veel meer intrinsieke motivatie. Dat levert mij elke dag heel veel op.’ Harold: ‘Belangrijkste conclusies van de uitwisseling zijn dat we als team meer in gesprek moeten gaan met de kinderen en dat we minder naar de problemen maar veel meer naar de kwaliteiten van de groep moeten kijken. Daarnaast gaan we SVIB inzetten als middel om ons bewust te maken van ons handelen en is het streven om meer het doel van de les en minder de methode centraal te stellen in een les. Aan deze punten gaan we met ons team aan de slag tijdens studiedagen.’

Nieuw: de LAT-klas

Nutsbasisschool de Ganzebloem heeft sinds dit schooljaar een LAT-klas: Learning Apart Together. In deze LAT-klas geeft een ervaren leerkracht uit het SBO in de ochtend aan een klein groepje kinderen les in basisvakken zoals rekenen, spelling en lezen. ’s Middags zitten de kinderen weer in de reguliere groep bij hun eigen leeftijdsgenootjes. Ivon: ‘Door deze kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, in de ochtend les te geven op hun eigen niveau, kunnen zij op onze school blijven en hoeven ze niet weg uit hun vertrouwde omgeving.’ Caren: ‘Daarom alleen al is het zo waardevol dat we veel geleerd hebben van de SBO-collega’s. Het kind moet zich namelijk niet alleen in de ochtend maar ook in de middag veilig voelen bij ons op school.’

Harold besluit: ‘Samenwerken met andere scholen is belangrijk. Dat geldt voor elke school. Ook voor de leerkrachten van het SBO is het belangrijk om te weten hoe het er op een reguliere school aan toe gaat. Een kind blijft immers niet zijn hele leven speciaal.’

Terug naar nieuwsbrief]